menu
Word Lid
Oost-Vlaamse lijsttrekker voor de Kamer verkiest inhoud boven stoere quotes

“Het cordon gaat ver.

Toen mijn man stierf, heeft slechts handvol collega’s mij gecondoleerd”

In een wereld waarin de voorpagina’s beheerst worden door de stoere quotes van Donald Trump, Guy D’Haeseleer en Dries Van Langenhove, lijkt er voor een bedachtzame vrouw als Barbara Pas weinig plaats. Zonder mopjes over chocomousse staat ze op de eerste plaats van de Kamerlijst van het Vlaams Belang in Oost-Vlaanderen.

Hoe overleeft ze de mannenwereld die de politiek nog altijd is?

“Ik ben altijd al een vrouw in een mannenwereld geweest. Ik heb ingenieursstudies gedaan en daar lag de verhouding man-vrouw een beetje zoals in de politiek. Dat mag toch geen verschil maken of je nu man of vrouw bent? Als je erin geïnteresseerd bent en hopelijk ook de capaciteiten hebt om in de politiek te gaan, dan moet je dat maar doen. Wij bij Vlaams Belang zijn geen voorstander van betuttelende vrouwenquota, want dan krijg je vaak constructies van vrouwen die op 1 of 2 staan, maar dan uiteindelijk hun plaats overlaten aan een opvolger omdat ze niet geïnteresseerd zijn. Laat de mensen die geïnteresseerd zijn hun ding doen. Ik kan getuigen dat het in de praktijk een job is die heel veel weekendwerk en heel veel avondwerk vraagt. En als weduwe met twee kleine kinderen weet ik dat dat zeer moeilijk praktisch te organiseren is. Dus ik begrijp dat vrouwen vaak de prioriteit anders leggen.”

Is het probleem dat vrouwen in het algemeen minder in politiek geïnteresseerd zijn?

“Klopt, alle studies wijzen dat ook uit. Wij hopen dat te kenteren. Ik heb destijds lokaal nog folders uitgedeeld met alleen vrouwelijke kandidaten met zachtere thema’s om vrouwen aan te spreken. Politiek lijkt ver van uw bed, maar alles wat beslist wordt, heeft invloed op uw dagelijks leven. Vrouwen hebben daar minstens evenveel mee te maken als mannen.”

Vlaams Belang heeft het moeilijk om vrouwen aan te trekken. Bij de gemeenteraadsverkiezingen konden in sommige gemeenten geen volledige lijsten ingediend worden omdat ze niet aan genoeg vrouwen geraakten. Is dat voor een stuk niet te wijten aan de standpunten van de partij?

“Nee dat geloof ik niet. Het is een probleem dat zich in alle partijen stelt. Als ik morgen met een vrouwenlijst wil opkomen in Dendermonde, dan is het de wet die mij dat verbiedt. Ik vind het jammer dat als je nu eenmaal meer geïnteresseerde mannen hebt, dat je dan een onvolledige lijst moet indienen. Dat is een betuttelende wetgeving. Onvolledige gemeenteraadslijsten hebben ook een andere oorzaak. Vlaams Belang-kandidaten die uit hun vakbond gegooid worden, of moeilijkheden ondervinden op het werk, dat speelt uiteraard ook een mee.”

Anderzijds wil u met de partij wel een strikter verbod op hoofddoeken. Die wet dient toch ook om de emancipatie van de vrouw te bevorderen?

“Ik vind een hoofddoek ook zeer denigrerend voor een vrouw. Net zoals die quota.”

Maar over die hoofddoeken wil u dan wel een wet.

“Omdat de vrouw juist vrij moet zijn. En men mag haar niet verplichten om een hoofddoek te dragen omwille van een of andere godsdienst of omwille van sociale druk.

Zou een vrouw even goed kunnen scoren bij Vlaams Belang als Filip Dewinter of Guy D’Haeseleer? Er is geen enkele vrouw aan de top van de partij.

“Toch wel, ik behoor als nationaal ondervoorzitter en als fractievoorzitter in De Kamer zelf tot de partijtop. En dat kan perfect, kijk maar naar Marine Le Pen in Frankrijk. Ik zie geen enkele reden waarom het altijd zo zou moeten zijn. Iedereen heeft zijn eigen stijl, zijn eigen manier van doen. Ik ga mijn stijl niet aanpassen aan een Dewinter-stijl omdat dat electoraal goed zou lonen. Ik denk dat ik in het parlement mijn werk goed doe. En dat is ook mijn ambitie om het goed te doen.”

Guy D’haeseleer, Filip Dewinter en Dries Van Langenhove, die zijn wel heel anders in hun communicatie dan u.

“Op mijn manier werkt het ook. Het ligt niet alleen aan de communicatie. Hopelijk ligt het ook aan het programma en aan de inhoud. Neem nu heel lokaal, in Buggenhout. Steven Creyelman was daar lijsttrekker. Hij haalde daar 18% en 1 op 2 van de mensen die op het Vlaams Belang heeft gestemd, heeft hem een voorkeursstem gegeven. Louter omwille van zijn lokale inzet en het lokale werk dat hij daar zes jaar heeft verricht. Dus ik hoop dat dat doorweegt in het oordeel van de kiezer.”

U zullen we nooit kunnen betrappen op een chocomousse-grapje?

“Het is niet mijn stijl. Maar ik vind het nogal gemakkelijk iets te vinden om een cordon in stand te houden. Vic Van Aelst van N-VA heeft in Antwerpen uitspraken gedaan die ik nooit zou doen (Vic Van Aelst zei ooit dat de Franstalige bewoners en toeristen aan de Vlaamse kust hun eentaligheid slechts staken als de laatste kabeljauw in Oostende Frans spreekt, red.). Als ik hoor hoe Louis Tobback (sp.a) vreemdelingen vergelijkt met meeuwen op een stort, of als ik De Gucht alle VB’ers hoor uitmaken voor mestkevers... Dat is mijn taalgebruik niet.”

Dat zijn voorbeelden van een tijdje geleden. Het is de laatste jaren toch vooral uw partij die dat soort uitspraken doet?

“Ik wil gerust wat recentere voorbeelden bij andere partijen opzoeken. Ik vind het een makkelijke uitvlucht om geen inhoudelijke antwoorden te moeten geven op ons programma en het debat af te leiden om zo het niet over de inhoud te moeten hebben.”

In Oost-Vlaanderen scoorde Vlaams Belang goed in de Denderstreek, vooral in Ninove en Denderleeuw. In Dendermonde haalde u 15% van de stemmen. Geen Forza-uitslag, maar was u blij met de score in Dendermonde?

“Het was een uitslag waarvoor ik op voorhand getekend zou hebben. We zijn van 2 naar 5 zetels gegaan. Ik ging ervan uit dat we gingen vooruitgaan, maar niet in die mate.”

“Ninove en Denderleeuw zijn de uitzonderingen. Ik denk dat daar de problematiek, de thema’s die wij aankaarten, al veel harder speelt. Het is vanuit Brussel dat het uitdijt. De gevolgen van massamigratie en daarbij gepaard gaande onveiligheid zien we nu al tot in Ninove, Denderleeuw en Aalst. Het zal nog meer en meer opschuiven. In het Waasland haalden we eveneens goeie scores trouwens, 17% in Sint-Niklaas. In Oost-Vlaanderen hebben we minstens zo goed gescoord als in Antwerpen. In regio Waas en Dender behaalden we de sterkste scores van heel Oost-Vlaanderen.”

Ligt dat ook aan u?

“Ik hoop dat ik daar mijn steentje toe bijdraag. Traditioneel stemmen mensen vooral voor de partij. Als je de penetratiegraad van de lijsttrekkers bekijkt, scoren we daar nooit bijzonder goed in. Bij sommige andere partijen stemmen de mensen echt op figuren. Ik was toch blij dat ik daarop met sommige andere collega’s een uitzondering kon maken. Dat is toch een appreciatie.”

Een meer persoonlijke vraag, enkele jaren geleden is uw man overleden. U bent blijven voortdoen als parlementair. Hoe doet u dat als weduwe met twee kinderen?

“Dat vergt organisatie. (denkt na) In juni is het ondertussen vier jaar geleden. De wereld draait door, iemand anders moet ook zijn werk blijven doen. De kiezer had in 2014 geoordeeld dat wij toen een kleinere fractie hadden en dan kwam het erop neer om veel werk te verzetten met minder mensen. Ik hoop dus dat het na 26 mei anders is. Dat we met een grotere fractie zitten om het werk te verdelen. En dat ik meer tijd kan steken in mijn lokaal mandaat. Ik heb heel veel tijd in de Kamerfractie gestoken, maar dat gaat ten koste van lokaal engagement.”

Voelde u zich niet heel eenzaam? Uw collega Jan Penris zat met een alcoholprobleem, zo communiceerde de partij zelf. Terwijl Filip Dewinter met Assad op de thee gaat, staat u er alleen voor in het parlement. Dan gebeurt er thuis zoiets...

“Het is nogal een persoonlijke vraag, maar het werk is voor mij een soort afleiding en vlucht geweest de voorbije jaren. Ik denk dat ik thuis de muren zou opgelopen zijn. Zeker de eerste jaren. De avondvergaderingen en weekendvergaderingen waren voor mij zeker die eerste jaren een welkome afleiding, dan dat het extra zwaar op mij heeft gewogen.”

Wat een harde wereld is dat toch die politiek. Na het overlijden van uw man zijn er maar tien collega’s u komen condoleren, terwijl er 150 mensen in het parlement zitten.

“Ja dat klopt, het sociaal cordon gaat wel heel ver. Ik was er zelf van geschrokken. We hebben iets gelijkaardigs meegemaakt wanneer Joris Van Hauthem overleden is. In datzelfde jaar organiseerde het Vlaams parlement een benefiet in de strijd tegen darmkanker. Er was toen een voetbalwedstrijd. De Vlaams Belangers mochten niet meedoen, maar het was uitgerekend onze fractieleider toen die aan darmkanker overleden was. Ik vind het wel heel wrang dat het cordon de dood voorbij gaat, ja.”

Weet u nog wie u komen condoleren is na de dood van uw man?

“Zonder namen te noemen: 1 sp.a’er, 1 Open Vld’er, 2 CD&V’ers en de rest was van N-VA. Ik kan ze op mijn twee handen tellen.”

En vindt u dat het waard voor uw job? Want dat is toch zeer verregaand?

“Dat is zeer verregaand en op zulke momenten schrik je daar wel van dat het zo hard is, de politiek. Anderzijds, in de hechte groep die onze partij vormt, daar krijg je extra steun. Het één-tegen-allen-gevoel maakt de cohesie bij Vlaams Belang alleen maar groter. Omdat iedereen op alle manieren, zelfs sociaal, de dood voorbij, u bekampt. Dat maakt dat je als groep nog hechter aan mekaar hangt.”

Bron :HLN door Rutger Lievens en Frederik De Swaef

ONTVANG ONZE NIEUWSBRIEF