menu
Word Lid
Sociale kloof onderwijs

ouderlijke verantwoordelijkheid als brug

Op een zonnige zomerdag in 1988 stemde het parlement in met een grondwetsherziening die de gemeenschappen de bevoegdheid gaf over onderwijs. Na decennia van belgicistische bemoeienissen kreeg Vlaanderen eindelijk de kans en de verantwoordelijkheid om zelf haar visie op onderwijs in beleid te gieten.

​Vandaag toont de coronacrisis nog maar eens aan hoe verschillend die visies zijn. In Vlaanderen wordt volop ingezet op aanloopleren. In Wallonië niet, daar is van nieuwe leerstof geen sprake zolang de kinderen niet terug fysiek aanwezig zijn op school. De leerstof mag enkel worden herhaald. Desalniettemin krijgt ook in Vlaanderen het aanloopleren kritiek vanuit progressieve hoek. Jinnih Beels, schepen van onderwijs voor de sp.a in Antwerpen, gaf aan ‘een kille minnaar‘ te zijn van het systeem.

​De kritiek op het aanloopleren is dezelfde aan de twee kanten van de taalgrens. Een bepaald percentage van de leerlingen kan niet bereikt worden door dit aanloopleren. Hierdoor vergroot de sociale kloof in het onderwijs. Met andere woorden: omdat sommige leerlingen niet bereikt kunnen worden, doen we het beter niet. De leerlingen die wel bereikt worden blijven op deze manier op hun honger zitten.

Onderwijsdebat

De spanning tussen gelijke onderwijskansen en een hoog onderwijsniveau komt in bijna elk onderwijsdebat aan de oppervlakte. Deze spanning is echter vals: de sociaal zwakste leerlingen profiteren juist het meest van een sterk onderwijs. De sterke en bijna exclusieve focus op gelijke kansen zorgde ervoor dat ons onderwijs sinds het begin van de PISA-metingen in het jaar 2000, iedere keer slechter scoorde dan de drie jaar voorheen.

​Uit dezelfde PISA-resultaten blijkt dat we het erg slecht doen op het vlak van gelijke kansen. Nergens anders in de OESO-landen is de kloof groter tussen de eigen bevolking en anderstaligen. Onder het mom van de sociale gelijkheid werd een neerwaartse nivellering ingezet. Iedereen gelijk, iedereen even gelijk. Wanneer werkelijk iedereen over de lat moet, moet je ze op de grond leggen. De ‘gelijkekansenprofeten’ vergeten echter dat een bestendige brug om de onderwijskloof te dichten enkel gebouwd kan worden met sterk staal.

​Scholen zijn minder en minder plaatsen van kennisoverdracht. Ze moeten alsmaar meer maatschappelijke taken op zich nemen. Het begint in de onthaalklas in de kleuterschool. Veel ouders spenderen amper nog tijd aan het zindelijk maken van hun kind en laten de juf in de overvolle klas dat maar doen. ‘Klasmanagement’ neemt zo veel tijd in beslag dat leerkrachten nog nauwelijks aan lesgeven toekomen. Hopelijk zorgt de huidige situatie van afstandsleren er voor dat ouders meer inzicht krijgen in wat voor inspanningen leerkrachten iedere dag leveren voor hun kind.

Sociale verschillen

Er bestaan nu eenmaal grote sociale verschillen tussen leerlingen. Kinderen die in een groot gezin op een klein appartement wonen hebben het moeilijker dan kinderen die thuis wel over een eigen plek beschikken om te leren. Gezinnen in armoede vragen zich in de eerste plaats af hoe er brood op de plank komt in plaats van met schoolwerk bezig zijn. In ons ontwikkelde Vlaanderen groeien er spijtig genoeg nog te veel jongeren in bijzonder penibele situaties op. Leerkrachten doen echter enorm hun best om alle leerlingen te bereiken. Ze mailen, bellen, steken briefjes in de brievenbus en gaan zelfs op huisbezoek. Als leerkrachten na al deze pogingen geen gehoor krijgen, moeten we ook durven wijzen op de ouderlijke verantwoordelijkheid.

​De linkse oppositie schreeuwt moord en brand in het parlement omdat de door de minister beloofde laptops nog niet geleverd zijn. Het gebrek aan digitale leermiddelen is een groot probleem, maar het is slechts een deel van het probleem. We moeten zorgen dat we alle leerlingen ‘mee’ hebben en daarvoor zijn ook de ouders nodig. Niet ingaan op de uitgestoken hand betekent dat je als ouder je kind onderwijskansen ontneemt. Dit is bijzonder betreurenswaardig want onderwijs biedt net een sterke emancipatorische kracht.

​Het concept van de zomerscholen illustreert dit probleem. Zomerscholen worden ingericht voor de meest kwetsbare leerlingen. Omdat ze vrijwillig zijn, dreigen ze echter ook vrijblijvend te worden. Durf ik te vrezen dat het net de kinderen zijn die er het meest nood aan hebben die er niet aan zullen deelnemen? Als we de ouders niet mee hebben, zullen we het beoogde doelpubliek niet bereiken.

Startschot: kwaliteitsinjectie onderwijs

Deze crisis biedt ons nochtans ook mogelijkheden. Ze kan een startschot zijn voor een kwaliteitsinjectie in ons Vlaams onderwijs. We hebben nood aan onderwijs dat de lat hoog legt voor iedereen. Een onderwijs waar we ook ouders op hun verantwoordelijkheid wijzen.

​Sociale achterstelling kan verschillende oorzaken hebben. Scholingsgraad speelt een belangrijke rol, maar ook onvoldoende kennis van het Nederlands en culturele verschillen maken het moeilijk om aansluiting te vinden in ons onderwijs. Hierdoor lijkt een substantieel deel van de kwetsbare jongeren zich te bevinden in allochtone middens. Vele van onze politieke tegenstanders vergeten hierbij al te vaak dat inburgering ook verplichtingen inhoudt voor ouder en kind om zich maximaal in de Vlaamse samenleving in te schakelen. De brug over de sociale kloof komt niet tot stand als we maar langs één kant van de kloof bouwen.

Bron : doorbraak.be door Roosmarijn Beckers

ONTVANG ONZE NIEUWSBRIEF