“Vlaams Belang wordt veruit de grootste,
en dan is het aan ons”
Blader door naar pagina 182, naar de op vier na laatste zin in het nieuwe boek van voorzitter Tom Van Grieken (33), en lees mee: “Dat is de missie voor het Vlaams Belang in 2024: wij moeten en zullen veruit de grootste partij van dit land worden.” Als dat lukt, zegt Van Grieken in een gesprek met deze krant, “dan is het aan ons. Wij worden de dominante beleidspartij.” België is gewaarschuwd.
Het is een zin die kan tellen, zo zwart op wit. U weet dat hoogmoed voor de val komt.
“Daar hoed ik me dan ook voor. U zult mij niet snel betrappen op voorbarige euforie. Ik ga niet doen zoals Groen en maanden vooraf al de champagne ontkurken. Dat gaat Vlaams Belang niet overkomen. De windsterkte en de windrichting heb je als kapitein van het schip niet in de hand, maar de zeilen kun je wel bijstellen. En hij waait gunstig, die wind. Hier bij ons en elders in Europa.”
“Wij moeten en zullen veruit de grootste partij van dit land worden.” Waarom is het van moeten?
“Omdat er in 2024 geen enkele discussie mag zijn over wie het initiatief mag nemen om een Vlaamse regering te vormen. Wij dus. De uitslag moet zo duidelijk zijn dat men aan de Vlaams Belang-kiezer echt niet langer voorbij kan. Vandaar dat ik zeg: veruit de grootste.”
Hoeveel straatlengtes moet het schelen?
“Een verschil van een procent of twee, drie is absoluut nodig. Er mag geen finishfoto aan te pas komen met de N-VA of een andere partij.”
En waarom zegt u niet alleen ‘moeten’, maar ook ‘zullen’? Wat maakt u zo zeker van uw zaak?
“Kijk naar hoe hopeloos de vorming van een Belgische regering is. Kijk naar hoe de Vlaamse regering van N-VA, CD&V en Open Vld alleen maar het nieuws haalt door hun onderlinge ruzies. Iedereen ziet dat het op is. Maar vooral: mijn partij zal perfect voorbereid zijn als het in 2024 aan ons is. Hoe we het gaan aanpakken, wat we gaan doen en met wie: daar ben ik nu al mee bezig. Onze zusterpartijen in het buitenland geven ons tips en tricks over onderhandelen en meebesturen. Ervaren mensen uit de hoge ambtenarij en uit de privé, vaak mensen die jaren op hun lip hebben gebeten over hun politieke voorkeur, komen ons nu spontaan zeggen: ‘Als het eindelijk aan jullie is, dan doen we mee.’ Gouverner, c’est prévoir.”
Wordt u dan de volgende minister-president? De eerste van een onafhankelijk Vlaanderen?
“U gaat mij echt niet tot hoogmoed verleiden. Maar alle formules om dit land opnieuw te kneden zijn al geprobeerd en grandioos mislukt. Verhofstadt, Leterme, De Wever. Tijd om het over een radicaal andere boeg te gooien. Geef Vlaanderen nu eindelijk eens het voluit rechtse beleid waar het om vraagt. En geen flauw afkooksel nadat je jezelf helemaal gaar hebt onderhandeld met de socialisten. Als dat lukt, dan gaat het mij niet over die functie van minister-president.”
U bedoelt: als N-VA met u in zee gaat en u helpt om het land te splitsen, dan mogen ze die hebben?
“Kijk, de analyse is helder en de inzet is dat ook. Vlaanderen en Wallonië willen allebei doen waar hun kiezers om vragen, alleen wil Wallonië niet de bijhorende factuur betalen. Dat is de Vlaming beu. In een onafhankelijk Vlaanderen kunnen wij perfect hogere pensioenen garanderen, als we stoppen met armoede van elders in te voeren. Vlaanderen is productief en welvarend genoeg om alles zelf te doen. Maar is de N-VA daartoe bereid? Die partij wou blijkbaar van alles toegeven aan de PS. De Wever wou zelfs premier worden. Is het hem wel menens met dat zelfstandig Vlaanderen?”
Die vraag kun je ook stellen over Vlaams Belang. De helft van uw kiezers wil het land helemaal niet splitsen, bleek uit onze Grote Peiling. Eén op de vijf van hen wil zelfs terug naar een unitair België.
“Het hangt er maar van af hoe je de vraag stelt. Als je mensen om de oren slaat met grondwetswijzigingen en institutionele hervormingen, dan zullen ze dat saai of onbegrijpelijk vinden. Maar vraag hen of ze bereid zijn om een leven lang 2.000 euro per jaar af te dragen aan de Franstaligen en het antwoord zal massaal ‘nee’ zijn. Ik heb geen schrik van een communautaire verkiezingscampagne, hoor. Een Vlaamse stem is letterlijk en figuurlijk minder waard dan een Franstalige. Hoe komt het anders dat Vlaams Belang met zijn 810.000 stemmen slechts 18 Kamerzetels heeft en de Parti Socialiste met zijn 640.000 kiezers 20 zetels?”
Voor het uitvoeren van uw linkse sociale agenda zou u anders wel steun vinden bij de Franstaligen. Een netto pensioen van 1.500 euro voor wie 40 jaar heeft gewerkt: alleen de PVDA/PTB is even utopisch als u. Zelfs de PS en de groenen gaan niet zo ver.
“Sociaal is geen synoniem van links. Wij zijn tegelijk voor lagere belastingen. Het kan toch niet dat je met een zo hoge belastingdruk een pensioen krijgt dat tot de laagste in Europa behoort? Anderen willen de put van de begroting daarmee nog dieper maken. Maar wij zeggen: als je je sociale zekerheid afschermt voor de rest van de wereld, is er veel meer over voor ónze mensen. Acht op de tien mensen die in Vlaanderen van het OCMW leven, zijn in Antwerpen van allochtone afkomst. En in Brussel zelfs negen op de tien. En één op de vier sociale woningen gaat naar buitenlanders. Hoezo dan, wachtlijsten? Hoezo dan, tekorten?”
Bart De Wever houdt vol dat er tussen N-VA en Vlaams Belang een Chinese Muur staat. Brokkelt die af?
“Hij zit al vol gaten. De kiezer ziét hem niet, die muur. De kiezer voélt die niet. Net zo min als de partijtop van de N-VA. En net zo min als de basis van Open Vld en CD&V. Neem het van mij aan: die zijn dat cordon spuugzat.”
Was het De Wever menens toen hij u bij de Vlaamse onderhandelingen betrok?
“Wat daar onder vier ogen is gezegd, blijft onder ons. Die kroon ga ik niet ontbloten.”
De Wever is de koning niet.
“Het is mijn overtuiging dat hij oprecht met ons wou regeren, maar de noodzakelijke derde partner vond hij niet. Ook al weet ik dat men dat bij CD&V serieus heeft afgetoetst. Vandaar dus dat we volgende keer veruit de grootste moeten zijn.”
Was ook de N-VA verdeeld?
“Je hebt daar twee kampen, maar niet tussen wie met ons wou samenwerken en wie niet. Samenwerken wilden ze allemaal, alleen wou het ene kamp dat doen uit overtuiging en het andere om ons te doen mislukken: ‘We trekken ze in bad en dompelen hen dan onder.’”
Wie behoorde er tot die laatste groep?
“Dat ga ik niet zeggen.”
Komaan, wees eens een beetje moedig.
“Nee, ik moei me niet met hun interne keuken. Weet u, tot vlak na de verkiezingen had ik nooit onder vier ogen met Bart De Wever gesproken. Terwijl je met een goed persoonlijk contact zelfs over een brede kloof een brug kunt slaan. Op dezelfde dag als met De Wever heb ik trouwens ook met de koning gesproken.”
Tof gesprek?
“Ik ben het paleis binnengestapt als republikein en er nog overtuigder weer buiten gestapt. U hoort mij van koning Filip geen slecht mens maken. Vriendelijke man, maar onze belangen zijn compleet tegenstrijdig: hij België, ik Vlaanderen. Ik heb bij het afscheid gedacht: ‘U staat er vandaag nog veel slechter voor dan ik in 2014, toen ik voorzitter werd van een verschrompelde partij.’”
Zit de schrik erin, denkt u?
“Niet alleen op het Paleis, ook in de politiek en bij de elite van dit land. Niemand weet nog waar dit eindigt. Waar gaat die hele formatie nog over? Een noodregering? Flauwekul. Je mag om het even welke formule nastreven, je mag de gekste kleuren combineren en daar de gekste naam aan geven - waar het om gaat, altijd opnieuw, is dat de twee landsdelen compleet anders denken, werken, leven en geld uitgeven, met dat verschil dat één landsdeel zijn rekeningen niet kan en wil betalen. Dat is toch niet geloofwaardig meer?”
Hoe kunt u zelf geloofwaardig en salonfähig zijn als u in uw partij nog altijd rauwe radicalen als Filip Dewinter en Dries Van Langenhove duldt?
“Salonfähig zijn in de ogen van politicologen en journalisten is iets heel anders dan geloofwaardig zijn in de ogen van de kiezer. Die hoort geen verschil. Hooguit in Filip en Dries hun toon en hun woordgebruik, maar niet in hun standpunten.”
Carl Devos legde in zijn voorwoord voor uw boek de vinger op die wonde. Waarop u zijn tekst prompt weigerde. Te kritisch, te lange tenen.
“Ik ben voorzitter. De uitgever wou dat niet.”
Flauw dat u zich daarachter verbergt.
“Ik wist dat Carl Devos geen lofdicht zou schrijven, maar zijn tekst ging niet over het boek of over mij. Het was een opiniebijdrage over Vlaams Belang.”
Wat had u verwacht dan? Maar bon, die rel heeft u wel gratis reclame opgeleverd.
“Ik betreur de polemiek. Echt waar, ik hou niet van controverse om de controverse.”
Devos is niet de enige die zich stoort aan de ranzige rand van uw partij. “Liever de strekking van Barbara Pas dan die van meneer Van Langenhove”, zegt Koen Geens (CD&V).
“Tja. Ik ken bij ons ook mensen die denken: ‘Liever Hendrik Bogaert dan meneer Geens.’ En dan?”
Dewinter & co blijken het niet altijd even nauw te nemen met de waarheid. En dat straalt af op uw hele partij: dat u selectief omgaat met de feiten en dat het niet per se waar hoeft te zijn als het maar waar had kúnnen zijn.
“Het moét waar zijn, punt. Wij zijn scherp, maar wij communiceren nooit moedwillig fout. En dat we ons al eens vergissen: u niet, dan, als journalist? U zoekt spijkers op laag water.”
In onze peilingen bent u de N-VA inmiddels voorbij, en straks komt er weer een nieuwe aan. Denkt u wel eens: ‘Niet slecht voor een paljas als ik’?
(lacht) “Dit had ik niet verwacht, nee. Net zo goed was ik de Vlaams Belang-voorzitter geworden die in 2019 het licht uitdeed. Het succes is geen toeval, maar ik beweer niet dat het allemaal een kwestie van kunde is. Je moet ook wat meeval hebben. En ja, ik heb af en toe getwijfeld. Niemand geloofde in 2014 dat ik de partij weer op de kaart zou zetten. Zoals er nu ook velen zijn die niet geloven dat het Vlaams Belang in 2024 de dominante beleidspartij zal zijn. Maar ik zeg: nu is het aan ons.”
Bron :HLN door Jan Segers